dinsdag 23 juni 2020

Korenbloemen

KORENBLOEMEN

Vezel in het wilde weg wat
zaadjes van de korenbloem uit
verrijzen ze volgend jaar op
een stekje nooit gedacht
lacht er alweer een wonder om
de verbazing van een oude vrouw
die zoiets nooit had verwacht.


Kom eens zien

Onder de verroeste schommel

Raad eens wat er groeit

Er bloeit een klein wonder

Nooit gedacht

Bangelijk mooi op een

Lange fijnbesnaarde stengel

Ongedwongen zacht

Een korenblauw bloemetje

Musicerend een beeld van een vers

En God sprak: “Er ontkiemt jong zaad

Naar de unieke aard van elk.”

Genisis 1,11
© De Kimpe Marleen
23 juni 2020


maandag 22 juni 2020

MIDZOMER - EXPERIMENT

MIDZOMER - EXPERIMENT


Midzomer snijdt het jaar

Inderdaad in twee plaveien met

Dagen die weer korter breien

Zoals die trui voorbij halfweg

Of die halve boterham die blijft liggen

Met het nog ongewisse beleg

En vooral met zoveel zin naar meer

Rust en vree in de Opgestane Heer



©De Kimpe Marleen
22 juni 2020


vrijdag 19 juni 2020

Mijn zomer voor jou

Mijn zomer voor jou

Ogen toe niet kijken
doe ze pas open
als ik het zeg

Ik leg de kleuren
in je lens en wens
dat je met deze bril
Mijn wereld beziet

Hoor je het vogelenkoor
uit alle windstreken niet

Psalmzingend vliegen ze
elkaar aansporend
naar de Levensboom aan
de boszoom van Mijn genade
geniet van hun vrijheidslied

Open je ogen nu maar
je bent er klaar voor

Schittert de rozelaar nu niet mooier
als voorheen dan toen je alleen
met je eigen starre ogen keek
en dacht dat wat je zag echt leek

Thans zie je duizend zonnen
overal om je heen bewaar er één
voor een zwarte dag voor
als het echt niet lukken wil

Doe je ogen even dicht om
stil een roosje Licht te plukken

©De Kimpe Marleen
19 juni 2020






dinsdag 16 juni 2020

LEVEND DAGBOEK

Levend Dagboek

Bergen verzetten ze
die wolken
versluierd dat wel
als een geheime taal

Kent het firmament
het verhaal van het
mensgeworden Woord dat
onder ons heeft gewoond

Weerspiegelt het avondrood
daarom in ramen van
gesloten herbergen
een opmerkelijke glans

Het kan bijna niet anders
want de Zijnen namen
Hem niet aan maar opgestaan
schrijft Hij een levend dagboek

©De Kimpe Marleen
16 juni 2020


vrijdag 12 juni 2020

ZOALS IN GODS MUSEUM

Zoals in Gods museum

Onopvallend schouwt de kunstenaar
de massa mensen aan,
die langs zijn opendeur nonchalant
binnen en buiten gaan.

Het valt hem op dat velen haperen
bij dat ene schilderij.
Ja, ze vallen een beetje in het oog
die papavers allerlei.

De ene rode bloem verschilt
van de ander en toch, en toch
lijkt de ene bloem
niet mooier dan de ander.

Naast de stengel, ligt bij elk
een kladblaadje te verduren.
De ontwerper maakt overuren,
komt bij het groepje staan.

Raadt de toeschouwers aan
een grote stap achteruit te gaan,
om zijn werk misschien eens
van op afstand te bezien.

Maar hij merkt algauw,
dat ogen verschillen van elkander.
Het ene oog niet mooier is dan het ander,
maar recht heeft op het eigen wijde zicht.

De schilder moet er wel aan wennen,
dat slechts weinigen zijn eigenlijke bedoeling
kennen, maar hij houdt zijn mond stijfdicht.
Zijn kladblaadjes vol rode inkt vallen toch af.

Papavers die bloedrood schrijven, blijven.

©De Kimpe Marleen
 12 juni 2020



woensdag 10 juni 2020

DE VISVANGST

De visvangst

En plots maakt de lelievijver
kringetjes, er hangt iets aan de lijn
het jongetje baadt met zijn voeten
in het water en haalt de buit omhoog.

Een dikke vis gevangen, gans de oever
mag het zien, de jongen telt tot tien
en gooit hem lachend weer vanwaar
die kwam, “tot de volgende keer.”

Achter zijn rug turen oude mannen
naar hun angel op wacht en peinzen
“hoe doet dat wonderkind het toch”
zelfs de vissen luisteren naar hem.

© De Kimpe Marleen
10 juni 2020


LEVENSECHT SPROOKJE

Levensecht sprookje

Laat ons
liever niet met elfjes spreken
maar met Hem de stilte
breken in goud
-staafjes

Met een vurige hartenklop,
maken gedichten de overstap
van binnen naar buiten.
Hoor je immense klokken luiden.

Geheimzinnigheid ligt op de loer,
ze beslaat ruiten en beneveld zinnen.
Brengt je soms een beetje in de war,
als het mistgordijn op je onbegrip stuit.

Vanaf de zon opgaat, ze weer vagevuurt
aan de andere kant van de wereld.
Overal wordt er gemenst, maar hecht men
desondanks waarde aan een nieuwe aarde.

Het komt nog goed met deze wereld, als
we allemaal dezelfde kant opkijken.
Naar omhoog, biddend de handen
vouwen, en vertrouwen op het goede.

©De Kimpe Marleen
8 juni 2020

zondag 7 juni 2020

ONMACHT

Onmacht

“Spreek in uw hart op
uw leger en zwijg,” vechten
tegen de bierkaai

Heeft geen zin, doch die knie in
zijn nek bleef hard doorduwen

“Vader, vergeef het
hun, want ze weten niet wat
ze doen,” de sluwen

Op het netvlies gebrand, geen
helpende hand, die neerstrijkt

Over zijn haren streelt
en zegt: ”Hé agent wat doe
je nou,” neen beelden

Actualiteit juni 2020

©De Kimpe Marleen
7 juni 2020

donderdag 4 juni 2020

DE GLAZEN STAD

In het glazen tuintje
van jouw hart kom je
met een kubieke meter
loepzuivere lucht toe

Je kunt er niet verdwalen
hooguit in een herinnering

En uit een troostend verzegeld
zeggeding schep je dorstig
een onuitputtelijke vreugde

Al glimlacht daar geen zon
knipoogt ginds geen maan
huppelend als een kind
wil je weer de trap opgaan

Om ooit - ooit eens werkelijk
in de beloofde glazen stad
met gouden straten te staan

©De Kimpe Marleen
4 juni 2020

woensdag 3 juni 2020

EN DE PRIJSDUIF ZAG HEM NA

En de prijsduif zag hem na

Hij schudde met zijn blikje voer
floot er gedempt een deuntje bij
want mijn duifjes kennen mij
dacht hij tot hij het uiteindelijk opgaf
de prijzenpot al lang voorbij

Maar ’s morgens bij het dagelijks karwei
op het rood gloeiend pannendak
een onverwacht - koekeloer -
blij zag hij door beklad nokkenglas
dat zijn geringd duifje thuisgekomen was
zijn hart sloeg van vreugde een slag over

Hij blikte naar de wolkenloze hemel
zomaar dankbaar voor dit moment
maar wie de stem van de Vader kent
- kom kom kom - hoorde hij
en toen voelde hij zich als betoverd
zo vrij dat hij vloog naar omhoog

©De Kimpe Marleen
3 juni 2020



maandag 1 juni 2020

MOEDERS TUINTJE


Moeders tuintje

In parelende kinderogen
bleek de bloemenpracht
in geuren en kleuren
een zomer lang te bestaan
bijna tijdloos zo leek het

Welke thans meer dan
een halve eeuw later
somtijds gedoemd blijkt
om na een zwoele dag
op één nacht te vergaan

Tijd zo relatief
korter dan gedacht maar
onze Heer rekent anders
voor hem is één dag
als duizend jaar

En duizend jaar
als één dag
omdat Hij eeuwig is
dus niet aan de tijd gebonden
Hij boven de bestemde tijd staat

(naar 2 Petrus 3,8)

©De Kimpe Marleen
1 juni 2020



zaterdag 30 mei 2020

OCHTEND IN MEI


Ochtend in mei

Heilige morgen
bedek met uw hemelsblauw
het grauw van de nacht en
fluister me zacht de belofte in
van een zegenrijke dag
mag ik u nu al danken  (mei 2020)

Onvoorwaardelijk
de achtergrondmuziek
en ik die haar beluister

Open oren kuieren
woord voor woord voort

Op bedauwd gras
heeft een vlinder pas
zijn gelofte afgelegd

©De Kimpe Marleen
 (13 mei 2012)


maandag 25 mei 2020

ROZENDROOM

eigen foto

Rozenblaadjes
als van satijn bedauwen
de rozenstronk waaruit
ze geboren werden
en ze parelen tranen
neen niet de doornen
prikken in hun ogen
maar het onvermogen
de aardse pijn te stillen
ze zouden zo graag willen dat
het leven geen stekels had.

©De Kimpe Marleen
25 mei 2020
 

zondag 24 mei 2020

DE AÄRONSZEGEN


De Aäronszegen

De Here zegene en behoede u

De zonnebloem geeuwt
rekt zich allengs uit
wanneer de dageraad
haar gelaat optilt
met het stralend grote licht
ginds omhoog in het oosten

Laat Zijn aangezicht over u lichten en zij u genadig

Een zoemend bijtje imkert
het gelouterd zaad dat voelt
als in een oven gebrand
middenin een aura vlammen
welke slakken de stuipen op
het lijf jagen want die klimmen
en zakken op lange groene takken
stelen als een dief in de nacht

Verheffe Zijn aangezicht over u en geve u vrede

De zonnebloem geeuwt niet meer
vlinders spelen in haar gele krans met
het vergulde hoofd naar de zon gericht
lijkt ze op haar tweelingsziel waarmee
ze vrolijk meereist van her naar der
van het oosten naar het westen

* * *
Vanuit een zonnig dakvenster
ontmoet de morgenster haar spiegelbeeld
en ziet dat het goed is
herinnert zich de Aäronszegen
beeldt hem met een schaduwspel uit
achter een meekijkend luik
opent zich een Aronskelk
gans de woning vult zich
met een zalig geurig licht

Numeri 6:24-26
©De Kimpe Marleen
24 mei 2020



 



zaterdag 23 mei 2020

WIE?


Wie?

Hij is zooo mooi

en verstopt Zich.

Laat Zich zien

aan een enkeling

die Hem waardeert.


(c) De Kimpe Marleen
23 mei 2020


vrijdag 22 mei 2020

PINKSTERFEEST

Het is de blauwdruk
van de Schepper
in al wat leeft

Die geestelijk leven geeft
aan ons allen
als Waterdrager ons begiet

(c) De Kimpe Marleen
18 mei 2020

IN LIEFDESNAAM


In liefdesnaam

Gul schenkt de wilde lijsterbes
zijn hagelwitte bloesempracht
aan eenieder die graag vliegt

Wiegt zich lavend in vleugjes
weemoed van de stervende mei
lacht een wijle later de spotters uit

Smullend van de sappige rode gastheer
krijgen die heimwee naar hemelzoete luchten
naar nooit of nooit geen tranendal meer

© De Kimpe Marleen
22 mei 2020




woensdag 20 mei 2020

PALLIETERKES BLAUW

Geen lievevrouwkesblauwe hemel meer

maar een hemel vuurrood want

Hij steeg op uit de dood en

komt terug op de wolken.


(c) De Kimpe Marleen
20 mei 2020

IN DE SCHADUW


In de schaduw

Als ik op een dag,
de microbe te pakken
heb van het schrijven

Laat me dan in U blijven
U kleurrijk verheerlijken

Wees de schaduw aan
mijn rechterhand, schep een land
van melk en honing

©De Kimpe Marleen
20 mei 2020

dinsdag 19 mei 2020

DE VLAAMSE VELDENSPREUK


De Vlaamse veldenspreuk

Verdoken ergens in de Vlaamse velden,
tussen het kristalhelder bladgroen.
Een vervallen oude hofstee, droeg
mijn spinsels mee naar toen.
Zo sprak een gekraakte, oude deur:
“U hoeft niet te kloppen.”
Op de uitnodigende geur af,
ging ik aarzelend binnen.
Aan een beschimmelde muur
hingen twee ingelijste zinnen:

“God ziet mij, hier vloekt men niet.”
Voorzichtig betastte ik de ster in het glas,
even later was het of de stilte brak, in tweeën.
Lang geleden, alsof  de hemel scheurde.
Want door een kijkgat in het pannendak,
bracht een mannetjes merel zijn serenade.
En dit voor het al toeziend oog, ik zag
verbaasd naar omhoog, ontmoette
in een bliksemflits donkere kijkers.
Maar toen zoefde hij weg in de azuren.

Ik keek nog even naar de wand, het oog
sloeg mij gade, ik dankte voor de genade
van Zijn gastvrij huis, in de Hemelse velden.
Voor het kijkgat en het engelenlied.

©De Kimpe Marleen
19 mei 2020